Nieuws  /  11 november 2019

Kabinetsplannen box 3 en vermogensrendementsheffing (VRH)

Het kabinet heeft een grootscheepse verandering aangekondigd (voor 2022) van de vermogensrendementsheffing. Het voorstel behelst o.a. het lager belasten van spaargeld en het hoger belasten van beleggingen. Het realiseren van een goed beleggingsrendement met relatief lage kosten (zoals onderhoud) wordt dus nog belangrijker.

Het NRC heeft de kabinetsplannen in september beschouwd en de impact op sparen en beleggen in beeld gebracht.

Staatssecretaris Menno Snel kwam met een voorstel voor de nieuwe vermogensrendementsheffing. Hij spiegelt het voor als een verlossing van de gehate spaartaks voor zo’n 1,35 miljoen spaarders. Die hoeven na de invoering van het nieuwe systeem geen belasting over hun spaargeld te betalen. Bijna de helft van de 2,9 miljoen belastingplichtigen die in box 3 vallen, draagt deze heffing nu af. Het grote verschil met het huidige systeem is dat de fiscus onderscheid gaat maken tussen spaargeld en beleggingen.

Vanaf 2022 registreert de belastingdienst elk jaar hoeveel spaargeld, hoeveel ander vermogen en hoeveel schulden (leningen, hypotheken) de belastingplichtige heeft. De eigen woning telt daarbij (net als nu) niet mee. Wie op de peildatum 1 januari minder dan 30.846 euro vermogen bezit, hoeft daarover – alweer: net als nu – geen belasting te betalen. Wie meer heeft, is voortaan over het héle vermogen (dus ook over het bedrag onder de 30.846 euro) belasting verschuldigd. Daarbij geldt echter een nieuwe, tweede belastingvrije drempel: spaar- of beleggingsrendementen onder de 400 euro zijn voortaan ook belastingvrij.

De hele wijziging is zo uitgedokterd dat de inkomsten van de staat ongeveer gelijk blijven. De box 3-heffing was in 2016 goed voor 4,4 miljard euro. De totale inkomsten blijven vooral gelijk omdat beleggers meer gaan betalen. Zij gaan 1,76 procent betalen over hun belegde vermogen als dat meer is dan ruim 30 duizend euro (cijfers 2020). Op dat moment vervalt ook de vrijstelling over de eerste 30 duizend euro. De heffingskorting van 400 euro geldt ook voor deze groep, maar wordt veel sneller overschreden.

Daarnaast gaan burgers die geld hebben geleend een stuk meer betalen. Dit geldt niet voor de hypotheek voor de eigen woning, maar wel voor bijvoorbeeld een lening voor een tweede huis. In het huidige regime mogen schulden nog worden afgetrokken van de bezittingen waardoor het vermogen slinkt. In het nieuwe box 3-regime mag dat niet meer. De lener mag ca 3 procent rente over de lening in mindering brengen op het ingeboekte rendement op sparen en beleggen.